Op 17 juni jl. is het Wetvoorstel excessief lenen ingediend bij de Tweede Kamer. Met het wetsvoorstel wordt excessief lenen (meer dan € 500.000 met uitzondering van eigenwoningleningen) bij de eigen B.V. ontmoedigd. Overstijgen de box 3 leningen het bedrag van € 500.000 dan moet hierover in box 2 vervroegd inkomstenbelasting worden betaald en wel tegen een tarief van 26,90%. De beoogde ingangsdatum van het wetsvoorstel is 1 januari 2023. Dit is een jaar later dan gepland als gevolg van de coronacrisis. 

Het wetsvoorstel zal naar schatting voor ruim 11.000 van de ruim 216.000 directeur-grootaandeelhouders (dga’s) gevolgen gaan hebben. Dga’s die meer dan € 500.000 hebben geleend van de eigen B.V. hebben tot 31 december 2023 de tijd om zich voor te bereiden om het wetsvoorstel. 

Box 2 inkomstenbelasting
In bepaalde situaties kan de Belastingdienst zich nu ook al op het standpunt stellen, dat de dga in box 2 inkomstenbelasting moet betalen over een lening van de eigen B.V. Dit is begin dit jaar weer duidelijk geworden in een uitspraak van de Rechtbank Den Haag. In de casus van deze uitspraak nam de rekening-courantschuld van de dga in enig jaar toe met € 114.000. De inspecteur stelde zich op het standpunt, dat sprake was van een dividenduitkering voor dit bedrag en heeft een naheffingsaanslag dividendbelasting opgelegd van € 20.000 (over een dividenduitkering is 15% dividendbelasting verschuldigd). De Rechtbank stelde de inspecteur grotendeels in het gelijk. De naheffingsaanslag dividendbelasting bleef voor een bedrag van € 12.000 in stand en wel ten aanzien van de toename van de rekening-courantschuld welke niet was gedekt (€ 69.000). De dga beschikte over onvoldoende inkomsten en vermogen om de toegenomen rekening-courantschuld af te lossen. Bij het bepalen van de vermogenspositie moet de waarde van de aandelen van de eigen B.V. buiten beschouwing worden gelaten op grond van oude arresten van de Hoge Raad. In de eigen B.V. waren voldoende uitkeerbare winstreserves aanwezig. 
Uit bovenstaande uitspraak van Rechtbank Den Haag blijkt maar weer, dat niet te lichtzinnig geld uit de eigen B.V. moet worden geleend. 

Overeenkomst
Als u als dga geld uit uw eigen B.V. wilt lenen, leg de leenverhouding dan altijd vóór de opname schriftelijk vast in een overeenkomst van geldlening of een rekening-courantovereenkomst. Deze schriftelijke overeenkomst is overigens juridisch wettelijk verplicht op grond van artikel 247 Boek 2 van de Burgerlijk Wetboek. Vanuit fiscaal oogpunt is het noodzakelijk, dat de leningsvoorwaarden  (rente, aflossing en zekerheden) zakelijk zijn. De voorwaarden moeten dezelfde zijn als met een onafhankelijke derde. 

Rente- en aflossingsverplichtingen
Beoordeel vervolgens vóórdat u het geld uit uw B.V. opneemt of u de rente- en aflossingsverplichtingen kunt nakomen. Als dit niet het geval is, bestaat er een risico dat de Belastingdienst een belaste uitdeling stelt. Als de B.V. nog een pensioenverplichting aan u heeft, dan kan de Belastingdienst zelfs afkoop van het pensioen (of oudedagsverplichting of lijfrenteverplichting) stellen. De fiscale gevolgen zijn dan nog veel groter. Afkoop van pensioen wordt namelijk afgestraft door een heffing van 49,50% verhoogd met een revisierente van 20,00%. In totaal dus een heffing van maar liefst 69,50%!

Heeft u vragen over de lenen van de eigen B.V.? Neem dan gerust contact op met een van onze belastingadviseurs. 

Dit artikel is geschreven door Peter van der Hoeven, Belastingadviseur.
 

Bron: Thu, 23 Jul 2020 12:43:13 +0100