De belastingheffing over ons vermogen houdt de gemoederen bezig en dit zal de komende jaren beslist niet minder gaan worden. Net voor de zomervakantie heeft de Staatssecretaris van Financiën het beleidsbesluit gepubliceerd met daarin het rechtsherstel voor de huidige box 3 heffing, waarbij de progressieve belastingheffing van box 3 (des te meer vermogen, des te hoger procentueel de box 3 heffing) terzijde geschoven kan worden. Dit rechtsherstel vindt plaats middels de zogenoemde forfaitaire spaarvariant, waarbij de daadwerkelijke vermogenssamenstelling relevant is. In het beleidsbesluit is het volgende rechtsherstel geboden:

  1. Het splitsen van bezittingen en schulden in drie vermogenscategorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden;
  2. Berekenen van het rendement over deze vermogenscategorieën a.d.h.v. een forfaitair rendement per categorie;
  3. Berekenen van het rendementspercentage door het rendement uit stap 2 te delen door de rendementsgrondslag;
  4. Berekenen van het nieuwe voordeel uit sparen en beleggen door de uitkomst van stap 3 te vermenigvuldigen met de heffingsgrondslag.

Indien het rechtsherstel een gunstiger uitkomst biedt, lees een lager voordeel uit sparen en beleggen, kunt u voor deze variant kiezen. Dit zal met name het geval zijn bij belastingplichtigen met (veel) spaargelden en minder bij belastingplichtigen met beleggingen en overige bezittingen. Die groep heeft veelal voordeel bij de huidige wettelijke box 3 heffing, welke ook nog toegepast kan worden de komende jaren.

Vanaf 2025 zal het systeem geheel op de schop gaan en is het voornemen om over te gaan tot een belastingsysteem waarbij niet de forfaitaire rendementen worden belast, maar het daadwerkelijke rendement.

Aanslagregeling Belastingdienst

De Belastingdienst heeft het systeem van de aanslagregeling inmiddels aangepast en zal voor toekomstige aanslagen en voor aanslagen welke op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststonden, automatisch een (aangepaste) definitieve aanslag opleggen, waarbij de meest gunstig berekening van de box 3 heffing zal zijn verwerkt. Ook belastingplichtigen die tijdig bezwaar hebben gemaakt, ontvangen automatisch bericht.

Lag er al een definitieve aanslag welke voor 24 december 2021 onherroepelijk was geworden en is er destijds geen bezwaar gemaakt, dan is nog niet bekend hoe de overheid hiermee omgaat. Eén van de scenario’s is dat niet-bezwaarmakers geen aanspraak kunnen maken op het geboden rechtsherstel. Volgens de Staatssecretaris kan dit mogelijk als onrechtvaardig worden beschouwd. Of en hoe de overheid tegemoet komt aan deze groep, zal met Prinsjesdag bekend gemaakt worden.

Afsluitend

Het rechtsherstel zal in veel gevallen uitkomst bieden tot het moment dat men het hele box 3 systeem op de schop neemt. Het geboden rechtsherstel kan in een aantal gevallen alsnog niet afdoende zijn en kan mogelijk wederom strijdig zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Of de Hoge Raad in bepaalde omstandigheden anders zal oordelen, valt uiteraard niet te voorspellen. Speelt dit in uw situatie, dan is tijdig bezwaar maken tegen de definitieve aanslag de enige oplossing.

De teruggave i.v.m. het geboden rechtsherstel kan mogelijk nog hoger worden wanneer men kiest voor een andere verdeling van de gemeenschappelijke vermogensbestanddelen tussen de fiscale partners. Door het geboden rechtsherstel wijzigt namelijk ook het drempelinkomen voor o.a. de specifieke zorgkosten en/of aftrekbare giften. De Belastingdienst zal bij de aanslagregeling niet de meest fiscale optimale verdeling hanteren. Indien een andere verdeling fiscaal voordeliger is, kan verzocht worden om ambtshalve vermindering.