De Belastingdienst brengt belastingrente in rekening voor gemiste rente wanneer een B.V. vennootschapsbelasting moet betalen. Sinds enkele jaren bedraagt deze rente 8%.
Door kritisch te kijken naar de opgelegde voorlopige aanslag vennootschapsbelasting, welke recent zijn opgelegd, kan hoge belastingrente worden voorkomen.
De Belastingdienst berekent 8% belastingrente vanaf zes maanden na afloop van het desbetreffende belastingjaar als een B.V. vennootschapsbelasting is verschuldigd. Is het boekjaar gelijk aan het kalenderjaar, dan berekent de Belastingdienst dus vanaf 1 juli 2020 rente over 2019. Wijkt het boekjaar af van het kalenderjaar, dan wijzigen de termijnen voor de belastingrente ook.
Er is in dit kader een aantal belangrijke termijnen om rekening mee te houden:
• dient u de aangifte vennootschapsbelasting 2018 in vóór 1 april 2019, dan is geen belastingrente verschuldigd;
• als u de aangifte vennootschapsbelasting 2018 op of na 1 april 2019 indient, dan loopt de periode waarover belastingrente wordt berekend tot en met 19 weken na het moment waarop uw aangifte door de Belastingdienst ontvangen is;
• doet u vóór 1 mei 2019 een verzoek voor het opleggen of aanpassen van een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2018, dan hoeft u geen belastingrente te betalen;
• dient u op 1 mei 2019 of later een verzoek in om een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2018 op te leggen, dan bent u belastingrente verschuldigd over de periode tot en met 14 weken vanaf het moment waarop uw verzoek bij de Belastingdienst is binnengekomen.
Voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2018
Is er nog geen aanslag vennootschapsbelasting over 2018 opgelegd, terwijl u wel vennootschapsbelasting verschuldigd bent over 2018? Verzoek de Belastingdienst dan vóór 1 mei a.s. om een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting over 2018 op te leggen. Uw B.V. is dan geen belastingrente verschuldigd indien en voor zover de voorlopige aanslag niet afwijkt van de definitieve aanslag.
Vraagt u pas op 1 juni 2019 een voorlopige aanslag over 2018 aan, dan bent u belastingrente verschuldigd over de periode 1 juli 2019 (datum waarop belastingrente begint te lopen) tot en met 7 september 2019 (veertien weken na datum verzoek).
Is er al wel eerder een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting opgelegd, maar is deze achteraf gezien te laag? Dan kunt u verzoeken om deze aanslag aan te passen. Daarbij gelden dezelfde termijnen als in de hierboven genoemde voorbeelden.
Voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2019
Verwacht u dat de aanslag vennootschapsbelasting over 2019 die recent is opgelegd door de Belastingdienst te laag is vastgesteld? Overweeg dan om de Belastingdienst te verzoeken de voorlopige aanslag te verhogen.
Met het oog op uw liquiditeitspositie kan het verstandig zijn om begin 2020 de voorlopige aanslag aan te passen. Wij merken op, dat u niet willens en wetens de voorlopige aanslag op een te laag niveau mag laten vaststellen.
Afschrijvingsbeperking vastgoed
Vanaf 1 januari jl. mogen rechtspersonen die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting op vastgoed in eigen gebruik nog maar afschrijven tot 100% van de WOZ-waarde (bodemwaarde). Tot en met 2018 was de bodemwaarde nog 50% van de WOZ-waarde. De verhoging van de bodemwaarde kan tot gevolg hebben, dat niet meer kan worden afgeschreven op vastgoed in eigen gebruik. Wij adviseren u om bij het beoordelen van de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2019 rekening te houden met het feit, dat de afschrijvingslasten mogelijk lager zijn dan in voorgaande jaren.
Voorlopige aanslag inkomstenbelasting
Het bovenstaande is ook van toepassing op voorlopige aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en voorlopige aanslagen inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. De belastingrente bedraagt echter 4% in plaats van 8%.
De hiervoor genoemde aangescherpte afschrijvingsbeperking voor vastgoed in eigen gebruik geldt niet voor ondernemers in de inkomstenbelasting.
Heeft u vragen over dit artikel? Neem dan contact op met een van onze adviseurs.