Ben je zzp-er of werknemer?

Het is een vraag die nu nog wordt beantwoord met een open norm, omdat een duidelijk beoordelingskader in de wet ontbreekt. Daar wil het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verandering in brengen door middel van het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden. Met dit wetsvoorstel wil Minister Van Gennip meer structuur en duidelijkheid bieden in het toetsen van arbeidsrelaties. Het is de zoveelste poging (na onder andere de wet DBA en VAR) om de problematiek rond zzp’ers in de greep te krijgen. In november is de consultatie gesloten, waarbij meer dan duizend personen en instanties van de gelegenheid gebruik hebben gemaakt te regeren op het wetsvoorstel.

De minister heeft een toetsingskader ontwikkeld, waarbij stapsgewijs kan worden nagegaan of sprake is van een zzp’er dan wel een werknemer bij de uitvoering van werkzaamheden.

Werkinhoudelijke aansturing

Als eerste stap dient gekeken te worden of er sprake is van werkinhoudelijke aansturing. Hiervan is onder andere sprake als de werkgevende bevoegd is om aanwijzingen en instructies te geven over de wijze waarop de werkende de werkzaamheden moet uitvoeren en de werkende moet deze ook opvolgen. Maar er is ook sprake van werkinhoudelijke aansturing als de werkgevende de mogelijkheid heeft om de werkzaamheden van de werkende te controleren en bevoegd is om op basis daarvan in te grijpen. Is er sprake van een van voorgaande situatie, dan duidt dat op werknemerschap.

Organisatorische inbedding

Ten tweede is organisatorische inbedding een element welke wijst op werknemerschap. Behoort de opdracht tot de kernactiviteit van een onderneming, zijn de werkzaamheden structureel of gelden er gedragscodes? Dat zijn factoren die wijzen op organisatorische inbedding.

Eigen rekening en risico

Is sprake van werkinhoudelijke aansturing noch inbedding? Dan ben je voor die specifieke opdracht een zzp’er. Is sprake van werkinhoudelijke aansturing en/of inbedding dan moet worden ingezoomd op de persoon zelf. Werkt deze voor eigen rekening en risico? Hierbij kan gedacht worden aan de situatie dat de financiële risico’s en resultaten van de werkzaamheden liggen bij de werkende, de werkende is zelf verantwoordelijk voor gereedschap, hulpmiddelen en materialen, de werkende treedt tijdens de werkzaamheden zelfstandig naar buiten, maar ook als er sprake is van een korte duur van de werkzaamheden en/of een beperkt aantal uren per week.

Aanvullende toets

Is er dan nog geen duidelijkheid? Dan moet worden gekeken hoe de werkende zich gedraagt in het economische verkeer. Factoren als een inschrijving bij de KvK, een BTW-nummer, het doen van bedrijfsinvesteringen van enige omvang en meerdere opdrachtgevers kunnen van belang zijn of sprake is van al dan niet een dienstbetrekking.

Rechtsvermoeden

Naast dit toetsingskader wil het ministerie van SZW ook een rechtsvermoeden toevoegen. Dit rechtsvermoeden is bedoeld om werkenden een gemakkelijkere ingang te geven om bij de rechter af te dwingen dat hun arbeidsrelatie een dienstbetrekking is. Wanneer een werkende ten hoogste
€ 32,24 per uur verdient, kan worden aangenomen dat deze werkende arbeid verricht op grond van een arbeidsovereenkomst en dan is het aan de werkgever om te weerleggen dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Mocht deze wet er door komen, zal het zorgen voor een aanzienlijke daling aan ZZP’ers. De komende periode wordt gekeken of het wetsvoorstel in de dezelfde vorm zal worden ingediend bij de Tweede Kamer of dat deze moet worden aangepast naar aanleiding van de consultatie. Het kan zelfs zo zijn dat er wordt afgezien van een indiening bij de Tweede Kamer. Wat het vervolg ook moge zijn, wij houden u op de hoogte. Mocht u al willen inspelen op deze mogelijke wijziging of willen onderzoeken wat deze voor u kan betekenen, neem dan contact op met een van onze juristen.

Ilona Maertzdorff-Grootoonk, Jurist