Een directeur-grootaandeelhouder (DGA) heeft verschillende petten op. Naast aandeelhouder en bestuurder staat hij veelal als werknemer op de loonlijst van zijn B.V. Ook heeft de DGA vaak een schuld aan zijn B.V. en is schuldenaar.

Salaris en dividenduitkering

Een DGA heeft binnen het kader van de gebruikelijkloonregeling de mogelijkheid om te spelen met zijn inkomen. Naast het bepalen van het salaris bezit de DGA de mogelijkheid om een dividenduitkering te doen. Door een optimale verhouding tussen salaris en dividenduitkering kan de DGA ervoor zorgen dat het inkomen zo gunstig mogelijk wordt belast.

Als een DGA meer geld uit zijn B.V. opneemt dan het salaris en dividend, ontstaat er een schuldverhouding. De DGA kan een lening aangaan bij de B.V. bijvoorbeeld voor de financiering van de eigen woning of voor een box-3 beleggingspand. Er kan ook geld worden opgenomen voor (consumptieve) privébestedingen. Deze opnamen worden tijdelijk ‘in rekening-courant’ geboekt. De praktijk leert echter, dat er veelal geen sprake is van een tijdelijk karakter.

Rekening-courantschuld

De Belastingdienst bestrijdt al jaren misbruik van de debetstand rekening-courant van de DGA. Bij een debetstand heeft de DGA een schuld aan de B.V. Het misbruik bestaat erin, dat er gelden definitief aan de B.V. worden onttrokken zonder dat hierover belasting wordt betaald.

Een rekening-courantschuld wordt bij de DGA in box-3 in de aangifte inkomstenbelasting verantwoord. De verschuldigde rente over de rekening-courantschuld is niet aftrekbaar. De rente moet zakelijk zijn.

Het burgerlijk Wetboek schrijft voor, dat de rekening-courantverhouding tussen de DGA en zijn B.V. schriftelijk moet worden overeengekomen.

Winstuitdeling

Als het aannemelijk is dat de DGA de opnamen uit de B.V. welke in rekening-courant wordt geboekt niet kan of zal terugbetalen, moet de opname als onttrekking (winstuitdeling) worden aangemerkt. De opgenomen gelden hebben het vermogen van de B.V. namelijk definitief verlaten.

Uit rechtspraak blijkt, dat een winstuitdeling wordt aangenomen als het niet de bedoeling is geweest dat de DGA de opname uit de B.V. niet kan of zal terugbetalen. Dit is niet anders als de schuld alleen kan worden afgelost uit een toekomstige dividenduitkering. Er moet dus sprake zijn van een geldopname die niet door de DGA zal of kan worden terugbetaald. De B.V. en de DGA moeten zich daarvan bewust zijn of hadden dit moeten zijn.

Rekening-courantschuld of een winstuitdeling?

Om te kunnen beoordelen of de opname van de B.V. een rekening-courantschuld is of een winstuitdeling moet de inkomens- en vermogenspositie van de DGA worden beoordeeld. De waarde van de aandelen van de B.V. worden hierbij buiten beschouwing gelaten. Als er onvoldoende privévermogen aanwezig is dan is de opname uit de B.V. ongedekt. Deze ongedekte stijging van de rekening-courantschuld kan door de Belastingdienst worden aangemerkt als een winstuitdeling welke in box 2 belast is met inkomstenbelasting tegen een tarief van 26,90%.

Als u als DGA gelden wilt gaan opnemen uit uw B.V. ga dan aan de hand van uw inkomens- en vermogenspositie na of de opname gedekt is met privévermogen waarmee u de opname kunt terugbetalen.

Rekening-courantschuld of dividenduitkering?

Als sprake is van een ongedekte opname boven ongeveer het bedrag van een jaarsalaris, dan is het risico dat de Belastingdienst een uitdeling zal stellen groot. U kunt dan beter de opgenomen gelden niet in rekening-courant boeken, maar besluiten tot een dividenduitkering. Bijkomend voordeel is, dat de niet-aftrekbare rente over de rekening-courantschuld over een aantal jaren moet worden afgelost uit een extra dividenduitkering.

Het najaar is een mooi moment om te bezien wat het verloop is van de rekening-courantschuld aan uw B.V. Als de rekening-courantschuld is opgelopen, moet worden beoordeeld of een dividenduitkering waarmee de rekening-courantschuld gedeeltelijk wordt afgelost nodig is. Wij adviseren u hier graag in.

Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog? Neem dan gerust contact op met een van onze belastingadviseurs.

Dit artikel is geschreven door Peter van der Hoeven RB, Senior Belastingadviseur.